top of page
Bossche bollen en tequila
Bossche bollen en tequila

​blog

4 juni 2014

Bijna Pinksteren en dus bijna Jazz in Duketown, een gezellig evenement dat je als Bosschenaar eigenlijk niet mag missen. De straten van Den Bosch zijn dan gevuld met de klanken van talloze jazzbands. Helaas was ik nooit vrij met Pinksteren toen ik in de schaduw van de Sint Jan in een café op de Parade werkte. Helemaal niet als Pinksteren ook nog eens in mei viel. In de Mariamaand mei bezoeken talloze bedevaartgangers de Sint Jan om na afloop van de heilige missen de cafés aan de Parade te overstromen voor koffie met een Bossche bol. Voor het horecapersoneel is het een gekkenhuis als de bedevaartgangers allemaal tegelijkertijd binnenkomen.
                Op zaterdagavond moest ik werken tot midden in de nacht in verband met Jazz in Duketown. Een uurtje of drie kon ik daarna slapen om de volgende ochtend alle tafeltjes in te dekken met koffiekopjes en gebaksbordjes met mes en vork, een Bossche bol krijg je tenslotte niet verorberd met alleen een gebaksvorkje. Na een korte nacht en een lange dag met vele lichtingen bedevaartgangers was ik eindelijk vrij. Uiteraard wilde ik ’s avonds zelf ook nog genieten van Jazz in Duketown. Oververmoeid en met zere voeten ging ik dus met vriendinnen op stap. Al snel zaten we aan de tequila. Niet te zuipen natuurlijk, maar het blijft een leuke bezigheid in de kroeg met het zout en de citroen. Ik kan echter zeggen dat het geen aanrader is als je oververmoeid bent. Dan komt de toch al heftige tequila wel erg hard aan.
                In de kroeg waar ik werkte, viel ik aan het eind van de avond neer in een stoel. Toen mijn collega’s de vloer wilden gaan schoonmaken, hebben ze mij met stoel en al opgetild en midden op de Parade neergezet. Auto’s en fietsers moesten om me heen rijden. Ik had weinig keus dan het allemaal over me heen te laten komen. Niet meer in staat nog maar een voet te verzetten, bleef ik in mijn stoel midden op de Parade zitten. Even later vroegen een paar mannelijke voorbijgangers wat ik daar deed. ‘Ik hoor daar’, wist ik nog uit te brengen, wijzend naar de kroeg waar ik werkte. De mannen tilden mij weer met stoel en al op en brachten me terug. Dankzij deze heren heb ik de nacht niet in een stoel midden op de Parade hoeven door te brengen. Mannen, bedankt!

bottom of page