Eén biefstuk
verhaal
7 oktober 2016
‘Rot op met je World Smile Day! Er valt niks te lachen.’ Tamara ligt onder haar deken op de bank.
‘Natuurlijk wel. Er is altijd reden voor een lach’, zegt Margriet. Ze zet een verse jus d’orange voor Tamara neer.
‘Ik heb griep. De herfst is begonnen. Het is grijs weer. Ik zou niet weten waarom ik zou moeten lachen.’ Tamara’s gezicht staat op onweer.
‘Omdat ik er ben en iets aardigs doe. Ik pers sinaasappels voor je uit en ik help jou lachen.’
‘Ik help jou dadelijk mijn huis uit’, zegt Tamara.
Margriet schiet in de lach. Tamara kan zich zo vreselijk wentelen in zelfmedelijden.
‘Maar geef toe’, zegt Margriet, ‘die kerel die deze dag bedacht heeft, heeft de smiley wel knap gemaakt. De kracht van de eenvoud. En nobel dat hij er geen geld aan wilde verdienen.’
‘Nobel? Geloof je het zelf?! Als hij had geweten dat de smiley zo’n succes werd, had hij er heus wel patent op aangevraagd.’ Met een zielig gezicht neemt Tamara een slok van haar jus d’orange.
‘Wat ben je toch weer negatief. Ga nou eens niet altijd uit van het slechtste in de mens. Sommige mensen willen gewoon graag iets goeds doen. Hij wilde anderen blij maken.’
‘Lekker naïef ben je. Iedereen wil graag geld verdienen’, zegt Tamara.
‘Niet alles draait om geld. Je kunt maar één biefstuk eten en slechts in één auto rijden.’ Margriet zucht. Waarom voert ze dit gesprek eigenlijk met Tamara? Ze worden het toch niet eens.
‘Ik kan prima meerdere biefstukken eten. En anders lust mijn hond er ook nog wel een paar’, zegt Tamara.
‘Hoe kun je dat nou zeggen, terwijl er in Afrika kinderen omkomen van de honger? Een iets socialer opstelling zou je niet misstaan’, zegt Margriet.
‘Dan stuur er ook nog maar een paar naar Afrika. Zie je wel dat ik aan één biefstuk niet genoeg heb?’ Tamara grijnst om haar eigen grap.
‘En het doel van World Smile Day is bereikt: ik heb je aan het lachen gekregen’, zegt Margriet. Ze glimlacht triomfantelijk.
Tamara trekt de deken over haar hoofd. ‘Flikker toch op. Er valt niks te lachen.’