Folkert Buiter (1956) schrijft als Meander verhalen, gedichten, columns en af en toe een blog op meanderblog.nl. Meander schrijft voor zijn plezier en met passie. Meander verwoordt fantasie, gedachten en gevoelens met als doelen de lezer aan te zetten tot denken en een glimlach te ontlokken.
Estresso
Folkert Buiter
gastblog
3 februari 2017
Jos liep over de rode loper naar het houten etablissement bij het strandje van Almere Haven. Een paar meeuwen scheerden op geringe hoogte luid schreeuwend over hem heen. Hij klapte zo hard mogelijk in zijn handen om ze weg te jagen. De meeste meeuwen schrokken en vlogen weg, maar een meeuw maakte een grote boog en ging op een paal zitten op de hoek van het terras. De meeuw stootte een scherpe kreet uit om aandacht te trekken, maar Jos haalde zijn schouders op en liep naar binnen. Hij zag dat Laura achter de bar stond.
“Mag ik een expresso? Ik zit buiten”, zei Jos nogal kortaf met een zwaar Amsterdams accent. Hij wachtte het antwoord niet af en liep naar buiten.
“Een espresso, meneer van Veen. Komt er aan.”, zei Laura werktuigelijk.
Jos ging achter het scherm zitten in een hoek tegenover de ingang van het terras. Het was weliswaar vierentwintig januari en het vroor een graad of drie, maar de zon scheen. Jos zat in de januarizon, uit de wind en keek om zich heen. De meeuw zat nog op de paal, een meter of vijf bij hem vandaan. De meeuw krijste een keer. Jos reageerde niet, ook niet toen de meeuw nog een paar keer krijste. Dat beviel de brutale vogel waarschijnlijk niet, want hij vloog naar het scherm en ging op niet meer dan twee meter van Jos op de rand van het scherm zitten.
Laura bracht de espresso en vroeg: “Wilt u nog iets anders bestellen, meneer van Veen?”
“Nee. Dat wil zeggen, breng over tien minuten nog maar een expresso.”
“Dat doe ik, meneer van Veen”, zei Laura, waarna ze naar binnen liep.
Aardig meisje, dacht Jos. Prima service, maar ietsje te vrijpostig en te mooi om waar te zijn.Hij pakte zijn koekje en liet het aan de meeuw zien, die onmiddellijk een harde kreet ten gehore bracht. Jos brak een stukje af en legde dat op het puntje van zijn tafel. De meeuw draaide zijn kop schuin, stapte wat dichterbij over de rand van het windscherm en vloog vervolgens naar de tafel om het stukje koek te pakken. Jos was sneller en nam het weg. Hij lachte hard en vals. De meeuw keerde terug naar zijn plek en wachtte af.
Jos genoot van de zon en na een derde espresso vroeg hij om de lunchkaart. “Wil je even wachten?”, vroeg Jos. “Ik bestel gelijk.” Hij wachtte bewust met het maken van een keuze om het meisje, dat niet meer droeg dan een dun jurkje met een schortje, zo lang mogelijk in de kou te laten staan.
Laura wilde net zeggen dat ze zo terug zou komen, toen Jos zei: “Wat is de soep van de dag?”
“Pompoensoep, meneer van Veen.”
“Getverderrie, dat iemand dat lust. Doe mij maar een tosti ham en kaas.”
“Een tosti ham-kaas, meneer Van Veen. Wilt u er iets bij drinken?”
“Karnemelk, meisje. Of heb je dat niet?”
“Jazeker, meneer. Ik kom het zo brengen.”
De meeuw scharrelde over de vloer van het terras. Jos wachtte muisstil tot de vogel dichtbij was en liet het dier schrikken door hard met zijn voet uit te halen. Hij baalde dat hij het dier niet had geraakt. Met luid gekrijs steeg de meeuw op en vloog weg in de richting van het strandje om vervolgens uit zicht te verdwijnen. Jos lachte hard en gemeen. Terwijl hij nog zat na te genieten van zijn pesterij, kwam Laura met een tosti, karnemelk en een espresso naar buiten.
“Ik heb toch geen expresso besteld” zei hij boos.
“Nee, meneer van Veen, die krijgt u van ons.”
“Zo. Nou dat moet dan maar.”
Laura zette alles op tafel en wenste Jos smakelijk eten. Jos haalde zijn schouders op en snoof een keer. Laura liep naar binnen.
Jos nam een slok van de karnemelk en pakte toen de eerste helft van zijn tosti. Hij had net een tweede hap genomen toen hij zich verslikte, omdat vanuit het niets de meeuw zich met een afgrijselijke kreet op zijn tafel stortte. De gehaaide vogel pakte de andere helft van de tosti, gooide de karnemelk om en bleef even naast de espresso zitten. Toen het dier opsteeg, leek het alsof hij de espresso met opzet van de tafel stootte. Het kopje brak in stukken toen het op de tafelpoot viel. Jos bekwam langzaam van de schrik. Hij zag het restant van zijn tosti in het zand liggen naast het gebroken koffiekopje en vloekte en schold zo hard, dat Laura en de eigenaar van de strandbrasserie naar buiten kwamen. De meeuw was met de veroverde tosti op het dak gaan zitten en krijste een paar keer schel en hard, alsof hij lachte.