top of page
Mattie Goedegebuur

Mattie Goedegebuur (1959) giet haar emoties, observaties en overpeinzingen in prozaïsche gedichten en in poëtische teksten. Haar werk is gepubliceerd in de gedichtenbundels 'Pure Poezie' (2014) en 'Dubbeldichters'(2015). De laatste bundel is in samenwerking met Derrel Niemeyer. Een derde bundel wordt in 2017 verwacht. Haar gedichten zijn verschenen in verscheidene gedichtenbloemlezingen.

Verwaarloosbaar schandaal

Mattie Goedegebuur

gastblog

1 november 2016

'Jong meisje ontsnapt uit handen van Marokkaanse loverboy, eerwraak wordt gevreesd', lees ik in de voor me opengeslagen krant als de deurbel gaat. Op mijn stoep staan Appie en Mootje. De ene is een jaar of acht zijn maatje is iets ouder.

'Woont die Eefje hier?'

'Ja, dat klopt.'

'Komt die buiten spelen?'

'Nee, ze is niet thuis'

'Woont haar vriendinnetje hiernaast?' Automatisch reageer ik.

'Ja, dat is Eefje's vriendinnetje!' Iets voelt niet goed en ik besluit mijn buurvrouw even te bellen.

'Hoi met mij, Appie en Mootje kwamen net aan de deur om met Eefje te spelen en ze vroegen ook naar Danisha, dus ze zullen zo wel bij jou komen.'

'Ja, ze zijn hier van de week ook al geweest, om met haar te spelen.'

'Oh, en wat heb je toen gedaan?'

'Ik vond het wat apart, dus ik ben erbij gebleven.' Voor haar gevoel klopt het dus ook niet want wat moeten twee stoere jongens van tien en acht in vredesnaam met twee meisjes van vier?

 

Zodra mijn dochter thuis is van school smijt ze haar werkjes op tafel terwijl ze ratelt over wat ze allemaal gedaan heeft. Als ze stil valt moet ik mijn vraag stellen.

'Lieverd, speel jij wel eens met Appie en Mootje?' Ze antwoordt bevestigend.

'Wat doe je dan met ze als je met ze speelt?'

'Dat is een geheimpje.'

'Vertel eens?'

'Nee, het is geheim.' Ik krijg vreemde gedachten. Bestaan er al loverboys van tien jaar?

'Schatje, je kunt mama alles vertellen.'

'Nee, ik heb het beloofd.'

'Maar wij hebben toch geen geheimen voor elkaar.' Ze blijft weigeren. Ik besluit in wanhoop tot een omkoopactie.

'Eefje, lust jij een ijsje?' Dat lust ze wel.

'Dan wil ik wel ruilen met jouw geheimpje.'

'Maar mama, dan is het geen geheim meer'

'Eerlijk ruilen Eefje'

'Goed, mama.'

'Wat doe je als je met de jongens speelt?'

'Als ze gaan vissen moet ik altijd de enge beesten uit hun schepnetje halen.' Opgelucht begrijp ik dat de familie-eer van beide heertjes gered is. Ook de jongsten hebben al last van het eergevoel. Een eergevoel dat verbiedt dat kleine meisjes de kastanjes uit het vuur halen, dat verbiedt dat het zwakke geslacht zich sterk toont.

bottom of page