top of page
Asielzoekers

Lees ook:

Als je een hart hebt
Asielzoekers

blog

3 mei 2017

Een gezin asielzoekers woont in mijn huis en ik ben er niet blij mee. Het begon met een, maar als vanzelf werden het er meer. Mijn hulp zette de eerste heel dapper buiten, maar dat mocht niet baten. Kennelijk beviel mijn huis hem zo goed dat hij besloot zijn vrouw en kinderen over te laten komen. Nou heb ik op zich niks tegen asielzoekers, maar dat betekent nog niet dat ik ze in mijn huis wil hebben. Laat staan dat ik gezinshereniging toejuich.
                Langzamerhand nemen ze mijn huis over. En het zijn viespeuken. Overal laten ze hun uitwerpselen achter. In de hal, de huiskamer, de keuken. En ze eten alles wat los en vast zit. Zo af en toe zie ik er tot mijn ergernis een lopen. Dus inmiddels ben ik toe aan een minder humane oplossing. Geen verhuizing naar mijn tuin, maar ordinaire gifkorrels. Op verschillende plaatsen in mijn huis staat nu zo’n doosje. Denk je echter dat die rotzakken het gif eten? Nee, demonstratief poepen ze naast de doosjes. Ik hoor ze lachen en ‘lekker puh’ roepen.
                Daarom is voor mij de maat nu vol. Het is tijd voor grover geschut. Een ouderwetse muizenval is een idee, maar ik ben bang dat mijn hond daar met haar snuit in eindigt. Daarom opteer ik voor de natuurlijke vijand: een kat. Kennelijk de enige manier om mijn muizenfamilie te bestrijden. Dus binnenkort ga ik naar het asiel om mijn eigen mini-tijger te halen. En dan maar wachten op zijn eerste cadeautje op mijn hoofdkussen.

bottom of page