Lees ook:
Bibberende tanden
blog
24 april 2019
Rookwolken kwamen uit mijn mond als bij een briesende draak. De geur van verbrand mensenvlees prikkelde mijn neus. Zo moest het in de oven van een crematorium ruiken, alleen betrof het hier mijn eigen verbrande vlees. En ik ben nog niet dood. Boven mij zag ik een vervaarlijk grijnzend gezicht. De man mishandelde mij en schepte er nog genoegen in ook. Ik was in het inferno beland.
Vol vertrouwen ging ik de behandelruimte binnen. Na alle horrorverhalen was mijn eerdere wortelkanaalbehandeling me zo meegevallen, er kon niets meer misgaan. Vandaag werd mijn allereerste kroon geplaatst en daarna zou mijn gebit weer stralen als voorheen. Met een tandpastalach zou ik iedereen tegemoet treden. Een afdruk van mijn tanden was de vorige keer gemaakt en ik koos een kleur voor mijn nieuwe kies. De tandarts pakte mijn nieuwe op maat gemaakte kies en plaatste hem in mijn mond. Nee, nog eens. En nog eens. Hij wrikte en duwde gelijk de zusters van Assepoester, maar de kroon paste niet. ‘Dit heb ik nog nooit meegemaakt!’, riep de man uit. Nou, ik ook niet kan ik je vertellen.
Hij maakte een nieuwe afdruk voor een nieuwe kroon. Een goede reden had hij volgens mij niet, maar eerst brandde hij een deel van mijn tandvlees weg. Het heerschap zal geen andere weg geweten hebben met zijn frustratie. Dus treed ik over twee weken weer bij de tandarts binnen, dit keer met bibberende tanden.