Lees ook:
Bord voor zijn kop
blog
28 maart 2018
Opdringeriger dan een Jehovah’s getuige duwde een kerel mijn voordeur open. De brutaliteit! Bewust had ik de deur op een kier gehouden, want ik had geen behoefte aan bezoek. Mijn mond viel open van verbazing toen deze vent toch mijn huis in stapte. De man legde uit dat hij even binnenkwam, omdat ik anders voor de vogeltjes zou stoken. Nu was het schijnbaar ook nog in mijn eigen belang. Ik was flabbergasted, kreeg geen letter meer over mijn lippen.
Iedereen kent het bezoek dat te lang blijft hangen. Eerst bied je geen drinken meer aan, omdat je denkt dat ze dan vanzelf zullen vertrekken. Ze blijven echter zitten en vertellen het ene verhaal na het andere. Je vindt de vertelsels allemaal even oninteressant, maar dat zeg je niet. Je wilt niet onbeleefd zijn. Na een tijdje sta je op en zet de glazen alvast in de vaatwasser. Maar ook deze hint wordt niet begrepen. Saaie anekdote na saaie anekdote volgt. Je reageert allang niet meer op wat er gezegd wordt; ook dat maakt geen verschil. Waarschijnlijk zouden deze mensen nog blijven praten als er slechts een pop van jou op de bank zat. Je wilt niet onbeschoft zijn, alleen zie je geen andere uitweg meer. Je gaapt en zegt dat je nu toch echt graag naar bed wilt. ‘O, is het al zo laat?’, zeggen ze gefingeerd verbaasd.
De deurduwer had niet eens een uitnodiging, stoel of drankje nodig om zich in mijn huis te begeven. Ik denk dat ik me in het vervolg verstop als hij komt. Een andere niet-botte methode werkt vast niet bij iemand met zo'n enorm bord voor zijn kop.