Lees ook:
Gitaar, kampvuur en hormonen
blog
16 juni 2021
Het leven was vurrukkulluk. Op de camping in Frankrijk had ik een grote groep vrienden waarmee ik overdag naar het strand ging, ‘s avonds naar de campingdisco en ‘s nachts naar het kampvuur op het strand. Een jongen speelde gitaar en met de hele groep zongen we liedjes. ‘Hotel California’, ‘Angie’, ‘Nothing else matters’. Helaas had ik een overbezorgde moeder, vond ik. Iedereen, maar dan ook echt iedereen mocht de hele nacht naar het kampvuur. Ze dronken er alcohol, rookten sigaretten en vreeën met elkaar. De hormonen gierden ook door mijn lijf, maar als enige van de hele groep moest ik om een uur weer bij de tent zijn.
Ik had echter een plan. Mijn kleine zusje sliep niet in de grote bungalowtent met de rest van het gezin, maar in haar eigen kleine iglotentje. Ik ging bij haar logeren! Mijn kleine zusje had geen idee waarom ik het wilde, maar ze vond het wel gezellig dat haar grote zus bij haar kwam slapen. Heel lang lagen we te kletsen. Oneindig lang. Net zolang tot mijn moeder eindelijk naar bed was. Ik vertelde mijn zusje lyrisch over het kampvuur. Mijn zusje ging akkoord, mijn plan was geslaagd. We ritsten de tent open en kropen eruit. Ik riep naar mijn moeder dat ik naar de wc ging en mijn zusje en ik vertrokken naar het strand.
Bij het kampvuur hadden we de tijd van ons leven. Mijn kleine zusje keek haar ogen uit. In haar pyjama, met haar knuffel in haar hand en haar duim in haar mond keek ze met grote ogen naar wat die pubers allemaal uitspookten. En toen kwam een reisleider zeggen: ‘Sylvia, je moeder wil dat jullie terug naar de tent komen. Ze is echt heel kwaad. Vooral ook omdat je je kleine zusje hebt meegenomen.’ Wat een afgang! Tegenover al mijn vrienden! Ik had een rotmoeder, zoveel was me wel duidelij́k.