Lees ook:
Horrorfilm
blog
2 juni 2021
‘Dat kan best zonder verdoving!’
De verpleegkundigen zeiden dat de arts mij niet zonder narcose wilde opereren. Zoiets had hij nog nooit meegemaakt. Ik vermoed dat de beste man dacht dat ik gek geworden was. Of wellicht dat ik het altijd al was geweest. De dokter weigerde. Ik moest maar een andere keer terugkomen als er een collega van hem aan het werk was. De chirurg kende mij echter nog niet. Ik was niet voor niks gekomen.
Wat overredingskracht had ik nodig, maar uiteindelijk ging de arts overstag. Ik zou ook niet weten waarom niet. Zijn collega had al regelmatig in mijn wond gesneden, terwijl ik bij mijn volle bewustzijn was. Ik had een decubituswond op mijn rechterheup, een wond ontstaan door druk op mijn heup door mijn te kleine rolstoel. De wond was vergelijkbaar met een doorligwond. Hij was necrotisch geworden. Mijn vlees was deels afgestorven en zwart geworden. In dood vlees voel je niks. Vandaar dat een dokter erin kon snijden zonder dat ik het voelde. De chirurg en ik wisten een compromis te bereiken. Hij zou mij opereren zonder algehele narcose als ik akkoord ging met plaatselijke verdoving op de plaatsen waar het dode vlees overging in levend vlees. Dat leek mij een redelijke overeenkomst.
Nu ik er ruim een jaar later aan terugdenk, lijkt het wel een scène uit een horrorfilm. Een doek werd gespannen voor mijn gezicht. Aan de andere kant waren de chirurg en de operatieverpleegkundigen druk aan het werk. Er heerste een duidelijke hiërarchie. De arts bepaalde en de verpleegkundigen ondersteunden. Regelmatig checkten ze of ik nog wel bij mijn positieven was, of was gekomen. Af en toe meende ik iets te voelen en dan leek het me toch veiliger maar een extra prikje te vragen.