Lees ook:
Overwinnen
Je stinkt naar de pis
blog
24 juni 2020
‘Zou je daar even mee op willen houden? De urinewalm bereikt mijn neus.’
Mijn mond zakt open. Hij zakt er maar in. Ik doe oefeningen in mijn huis wanneer ik wil. Incontinentie of niet, stank of niet. Pas als hij weg is, dringt ten volle tot me door wat hij heeft gezegd. Zo’n denigrerende opmerking heeft nog nooit iemand tegen me gemaakt.
Ik app hem dat hij vanaf vanavond niet meer hier kan logeren en dat hij zaterdag zijn spullen kan komen halen. Hij reageert dat hij wel hier slaapt en dat hij niet gaat. Mijn hart klopt in mijn keel. Wat moet ik doen? Als hij weigert te gaan, heb ik niks in te brengen. Ik ben erg kwetsbaar in mijn rolstoel. Er is geen sterke vent nodig om het fysiek van mij te winnen. Ik denk aan de keren dat hij mij hardhandig in mijn rolstoel gooide. Aan het moment dat hij de vacuümpomp van mijn wond trok en ik midden in de nacht de thuiszorg moest bellen. En aan de tijd dat mijn hond doodsbang voor hem was. Ben ik zo’n vrouwtje geworden dat zich laat mishandelen?
Nee, niet meer. Fysiek kan hij me misschien de baas, maar mentaal ben ik sterker dan hij. Ik bel de politie en doe mijn verhaal. De agent maakt er melding van wat betekent dat de politie direct komt als ik bel omdat de situatie escaleert. Op zaterdag zorg ik dat ik niet alleen ben als hij zijn spullen komt halen. Ik hoop dat hij bij zinnen is gekomen, iedereen zegt weleens iets doms in zijn kwaadheid.
‘Realiseer je je wel wat je hebt gezegd? Je hebt gezegd dat ik naar de pis stink.’.
Hij blijft naar de vuilniszak kijken waarin hij zijn spullen pakt.
‘Je stinkt ook naar de pis.’