Lees ook:
Leefrecht
blog
9 maart 2022
Miep, miep, zoef! Voorbijgangers hadden me nog niet terug in de rolstoel gezet of weg was ik. Haast had ik. Voor de eerste hulp van het ziekenhuis was ik uit mijn rolstoel gelanceerd, doordat mijn voetplaten de grond raakten. Mijn benen waren dubbelgeklapt en ik had veel pijn, maar ik kon ze nog bewegen. Dus ik had niks gebroken, dacht ik. Mijn been werd echter alsmaar dikker en maar dikker, dus na een paar dagen liet ik voor de zekerheid foto’s maken. Gebroken! Mijn spaakbeen en mijn kuitbeen zelfs, een dubbele breuk. Mijn gebroken been moest ik omhooghouden ter voorkoming van trombose. Een ernstige drukwond op mijn stuit kreeg ik echter wel met als resultaat dat ik ruim drie maanden verplichte bedrust had.
Voor de allereerste keer mocht ik nu in mijn nieuwe rolstoel zitten. Een vreemde gewaarwording om de wereld opeens niet meer liggend maar rechtop te bekijken. Licht in mijn hoofd werd ik ervan. Twintig minuten zat ik in mijn nieuwe rolstoel. In tegenstelling tot mijn vorige is deze hoog genoeg en diep genoeg. Dus kleine kans dat ik hier nog uit gelanceerd word. Zorgen maak ik me wel over de breedte. Een volle vuist kan ik naast mijn billen stoppen. Een rolstoel hoort aan te sluiten.
Voorlopig mag ik slechts een uur per dag in de rolstoel. Als de wond dadelijk helemaal gesloten is, mag ik opbouwen naar hele dagen in de rolstoel. In april scheur ik weer door de straten en maak Roermond onveilig. Hopelijk levert deze rolstoel me geen decubituswonden op, zoals twee eerdere rolstoelen wel deden. Twee keer heb ik de dood overleefd, maar ik wil het lot niet tarten door te testen of driemaal leefrecht is.