Lees ook:
Niet in drieën
blog
7 december 2022
Al het goede komt in drieën. Voor het derde jaar op rij breng ik de adventsperiode grotendeels door in bed vanwege decubituswonden, wonden ontstaan door druk. De weken om je te bezinnen op de adventus, de aankomst van Christus, heb ik alle tijd me te bezinnen. De rust me te bezinnen heb ik echter niet. Alles in mij schreeuwt dat ik uit bed wil en dat ik van de wonden af wil. Eind 2019 begon de ellende met de wonden. Dit is dus de vierde advent met wonden. Zoveel is in ieder geval duidelijk: de wonden vormen niet het goede; ze komen immers niet in drieën.
Van een winterdepressie heb ik geen last, maar vrolijk word ik ook niet van deze donkere dagen. Meestal lukt het me wel lichtpuntjes te vinden, maar hier liggend in bed vind ik het lastig. Ik wil eruit, dingen ondernemen, mensen ontmoeten. Dat laatste vooral. Contact met mensen maakt me gelukkig. Volgende week komt mijn zusje de kerstboom zetten. Zij brengt het licht, dat maakt me blij. Vorige week kwam mijn moeder alvast twee kerststerren brengen en een heel bijzondere kerstbal. Dat maakt me blij. Ook was mijn andere zusje er om eten voor mij te koken en mij gezelschap te houden. Dat maakt me blij.
Een kerstbal van Villa Fleurie, een horecagelegenheid waar ik in mijn tienerjaren werkte, gaf mijn moeder me. Achter de bar werkte ik er en in de bediening. Daar was het, die eerste en enige keer dat ik een vol dienblad inclusief rode wijn in iemands nek gooide. Mijn baas was niet blij met de rekening van de stomerij die hij kreeg. Ik had thuis nog wel zo goed geoefend met dienbladen vol, met het glasservies van mijn moeder. Met grote ogen volgde mijn moeder me, terwijl ik balanceerde door de huiskamer. Nooit was het misgegaan, tot die rode wijn in iemands nek die ene keer. Dat kwam ook al niet in drieën.