Ineke Riem (1980) debuteerde in 2013 met de roman 'Zeven pogingen om een geliefde te wekken' die werd bekroond met de Bronzen Uil en op de longlist van de Libris Literatuur Prijs stond. Ze studeerde Nederlands in Groningen en een jaar Woord en Beeld aan de Rietveld Academie in Amsterdam.
Zeven pogingen om een geliefde te wekken
Ineke Riem
Uitgeverij De Arbeiderspers, Utrecht 2013
publicatiedatum recensie 6 maart 2014
Het was geen bewuste keuze om in de boot te blijven liggen; het gebeurde omdat er niets anders gebeurde. Lioba verstopte zich in de hoeken van haar dromerige lichaam. Ze negeerde haar dorst en de weeïge geur van de patatfabriek verderop in de polder. Vele uren gingen voorbij, maar gaandeweg vervloog het besef van tijd. Ook het besef van plaats verdween uiteindelijk in een non-descript vacuüm.
Uit: Zeven pogingen om een geliefde te wekken
Lioba is een kunstzinnig, in zichzelf gekeerd meisje uit het dorpje Oudering, dat op het eiland Voorne-Putten ligt. Ze kan het dorp waar iedereen langs elkaar heen leeft en waar ze maar één vriend heeft, niet langer verdragen. Als ze weer afgewezen wordt voor de modeacademie, trekt ze zich terug op het gors, een natuurgebied dat voor de afsluiting van het Haringvliet bij vloed overstroomde. Ze gaat in een oude sloep zitten en zakt weg in een mysterieuze slaap. Het dorp gonst van de geruchten als Lioba bewusteloos wordt aangetroffen. Verschillende dorpsgenoten doen pogingen haar te wekken.
Het dorp Oudering bestaat uit een kleine gemeenschap. De sfeer in het dorp is echter niet beklemmend, de mensen leven er eerder langs elkaar heen zoals in de stad. Lioba is een buitenstaander, maar als zij buiten bewustzijn is, viert de hypocrisie in Oudering hoogtij. Iedereen ontfermt zich over haar, er wordt zelfs een inzamelingsactie voor haar georganiseerd.
Het motto van het boek ‘ik ben niet langer van land / ik ben weer water’ komt uit een gedicht van Lucebert. De ik uit het gedicht was eerst water, werd toen land om weer terug te keren tot water, een golfbeweging. Op het gors waar Lioba in slaap valt, speelde een zelfde golfbeweging. Onder invloed van de getijden werd het land steeds weer water. Zoals de ik uit het gedicht van Lucebert weer water, de oerbron, het vruchtwater, is geworden, zo is Lioba in haar mysterieuze slaap teruggekeerd tot haar oorspronkelijke staat van zijn.
Aan het begin van de hoofdstukken en op de voorkant van het boek staan tekeningen die Ineke Riem zelf heeft gemaakt. De vertelwijze en de verteller wisselen per hoofdstuk. Als lezer vraag je je daardoor bij ieder hoofdstuk af wie er aan het woord is. Is het Lioba? Is het een andere inwoner van Oudering? Wat is zijn of haar relatie tot Lioba? Uiteindelijk vallen de puzzelstukjes echter als vanzelf ineen.
Zeven pogingen om een geliefde te wekken is een roman met een magische sfeer, een modern sprookje. Lioba een hedendaagse Doornroosje. Door de vele open plekken, de vele vragen die tijdens het lezen ontstaan, is het moeilijk het boek nog weg te leggen als je er eenmaal in begonnen bent. Veel vragen worden beantwoord naarmate het boek vordert, maar er blijven ook open plekken oningevuld. Is het water klaar met spelen aan het eind van het verhaal?