top of page
Es gibt kein Bierfeste
Es gibt kein Bierfeste

verhaal

11 maart 2016

‘Was ich noch zu sagen hätte, die Bierfeste van jullie zijn echt toll’, schreeuw ik in mijn beste Rudi Carrell-Duits over de muziek heen.

Andreas buigt zich mijn kant op. ‘Danke, aber was ich sagen möchte: es gibt kein Bierfeste.’

Rare Duitser. ‘Hoezo, er zijn geen Bierfeste? En wat is dit dan?’ Ik neem demonstratief een slok van mijn bier.

‘Er zijn Sommerfeste. Er zijn Oktoberfeste. Maar er zijn geen Bierfeste.’

‘Tuurlijk, Andreas. Ik zie lange tafels en grote pullen bier. Dat noemen wij een Bierfest.’

 

Ik druk hem een nieuwe pul in zijn handen. Ik sta versteld van het tempo waarin hij de glazen achterover slaat. Hij werkt een literpul weg in dezelfde tijd waarin ik een fluitje drink. Oké, nu overdrijf ik misschien. Vooruit. In de tijd waarin ik de keel smeer met een amsterdammertje, een vaasje.

                Een band speelt op het podium. Dit is hoe ik me een Duits feest voorstel. We zitten aan lange tafels naast elkaar. Vrouwen in klederdracht met diep decolleté serveren bier met in iedere hand meerdere pullen. Ik snap niet waar ze de kracht vandaan halen. Een zo’n ding is al loodzwaar. Duitse schlagers klinken. Sommige melodieën ken ik van de carnaval. Onze braadworsten met zuurkool worden gebracht. Ik snap wel waar die Duitsers die bierbuiken vandaan halen.

Opeens springt Andreas overeind. Hij steekt zijn pul vooruit, net als verschillende andere mensen.
‘Ein Prosit, ein Prosit der Gemütlichkeit’, brult Andreas mee met de muziek.
Die tekst kan ik zelfs onthouden. Ik volg zijn voorbeeld en zing uit volle borst. Ik kijk om me heen en geniet van de uitgelaten mensen op het bierfeest. O nee, es gibt kein Bierfeste.

Ik sla een arm om Andreas’ nek en trek het hoofd van de twee meter lange Duitser naar me toe.

‘Weet je dat jullie als enige volk een woord hebben dat ons begrip ‘gezelligheid’ benadert?’
‘Gesellichkeit?’
‘Gezelligheid, ja.’
‘Was bedeutet das?’
‘Ik kan het niet exact vertalen, maar het lijkt heel veel op jullie ‘Gemütlichkeit’.’
‘Ah. Ein Prosit der Gesellichkeit!’ Met een brede grijns steekt hij zijn pul naar me uit.
Ik grinnik. ‘Ja, precies. Ein Prosit der Gezellichkeit.’

Lees ook:

bottom of page