top of page
Het is geen auto
Het is geen auto!

verhaal

19 februari 2016

‘Die met die uitsparing met stenen erin, Driscol. Die vind ik mooi.’
‘Inderdaad prachtig. Maar lijkt me niet praktisch.’
‘Hoezo?’
‘Binnen de kortste keren zijn die witte kiezels groen.’
‘Dan wassen we ze toch.’
‘Dat denk je nu, Amabel, in de emotie van het moment.’

 

Haar broer kan zo irritant zakelijk zijn. Zelfs nu. Ze wil hun vader gewoon het afscheid geven dat hij verdient. Een mooi eerbetoon. Het is niet zo dat het een klein mausoleum moet worden. Alsjeblieft niet. Maar wel stijlvol.

 

‘Wat vind je van deze?’
‘Ik vind die met die kiezelstenen mooier.’
‘Daar krijgen we spijt van. Ik ga ze in ieder geval niet wassen.’
‘Jij woont in de buurt.’
‘Kan wel wezen, maar ik doe het niet.’
‘Dan doe ik het wel.’
‘Doe nou even redelijk, Amabel. Je woont 200 kilometer verderop.’

 

Zijn zus is een schat, maar ze laat zich veel te veel leiden door haar gevoel. Hij snapt heus wel dat ze verdriet heeft. Hij is er zelf ook kapot van. En natuurlijk denk je nu dat je iedere week of toch zeker iedere maand naar het graf zult gaan. Maar de pijn slijt. De scherpe kantjes gaan ervanaf. Na deze periode van rouw, raakt de smart steeds verder op de achtergrond. De frequentie van de bezoeken aan het kerkhof zal afnemen. Daar moet je rekening mee houden, nu al.

‘Ik wil wel korting. Ik betaal contant.’
De man van de natuursteenwinkel verslikt zich in zijn koffie.
‘Maar meneer, dit is een emotionele beslissing. Het gaat er toch vooral om dat u het mooiste en passendste monument voor uw vader kiest.’
‘Natuurlijk, maar ik wil dat u iets aan de prijs doet.’
Het is stil. Pijnlijk stil.
‘Het is geen auto!’, roept de verkoper verontwaardigd.
De ogen van de man gaan hulpzoekend naar Amabel. Ze glimlacht vriendelijk. Dit is iets wat Driscol mag regelen. De mond van de grafsteenkoopman is verwrongen. Hij schudt zijn hoofd.
‘Dit heb ik in twintig jaar nog nooit meegemaakt.’

Lees ook:

bottom of page