top of page
Oeteldonker met een harde 'g'

Lees ook:

Oeteldonk, ge schittert
Oeteltrilogie
Unne rôôd-wit-gele sjaol
Op muziek en rijm gezet
Boeren en durskes van Oeteldonk
Oeteldonker met een harde 'g'

​blog

6 november 2013

Bij veel Brabanders begint het te kriebelen. Mijn Oetelhart begint harder te kloppen. Aanstaande maandag is het zover: het nieuwe carnavalsseizoen gaat van start. Ook al woon ik al vijftien jaar boven de rivieren, nog steeds ga ik ieder jaar terug naar Oeteldonk (Den Bosch)  voor carnaval.
                Ook mijn man, opgegroeid in het midden van het land, is na enige heropvoeding Oeteldonkfanaat. Met carnaval doet hij een das om in de Oeteldonkse kleuren en hij trekt zijn eigen carnavalsjasje vol met kikkers en stickers van de Oeteldonkse club aan. Door echte Oeteldonkers wordt hij aangezien voor een van hen. Tot hij zijn mond opendoet dan. Er zijn tenslotte weinig Bosschenaren die ‘gezellig’ uitspreken met een harde ‘g’.
                Vanwege de drukte creëren veel cafés met carnaval  extra ruimte door een tent voor hun zaak te plaatsen. In sommige tenten is het zo druk dat condens, een mengeling van bier en zweet, aan het plafond hangt en, als je pech hebt, naar beneden druppelt in je bier.
                Een paar jaar geleden  was het in Oeteldonk veel drukker dan andere jaren doordat onder andere Radio 538 reclame had gemaakt voor carnaval in Oeteldonk. Het resultaat was dat heksen, konijnen en priesters van boven de sloot in Den Bosch te vinden waren. In de stad hing een totaal andere sfeer dan andere jaren. De Bosschenaren waren niet blij.
                Normaal gesproken zijn Bosschenaren best een tolerant volkje, maar van carnaval moet je afblijven. Als je je graag wilt verkleden als heks, konijn of priester, ga je maar naar Limburg. Als je denkt dat je met carnaval aan alle vrouwen mag zitten, ga je maar naar de hoeren. En als je alleen maar komt om je klem te zuipen, ben je überhaupt nergens welkom.
                 Eigenlijk ben ik fel tegen discriminatie, maar met carnaval maak ik een uitzondering. Ik houd van cafés waar je zonder Oeteldonkse kleding niet binnen komt. Cafés vol met kieltjes en rood-wit-gele dasjes maken mijn carnaval. Oeteldonk voor de Oeteldonkers, dus geen volk van boven de rivieren. Op mijn eigen Oeteldonker met een harde ‘g’ na dan.

bottom of page