Elke woensdag blogt Sylvia Visser op pittige wijze en met de nodige zelfspot.
Dominant was mijn vader en hij had altijd gelijk. En als hij het niet had, dan kreeg hij het toch. Van veel mensen dan. Of ze gaven de discussie op, dit wonnen ze toch niet. Mijn vader kon lullen als Brugman. Ik voerde urenlange discussies met mijn vader en leerde zo de eerste kneepjes van het discussievak. Later perfectioneerde ik mijn discussievaardigheden doordat ik afstudeerde op logica en door de debatlessen die ik mijn leerlingen gaf. Je moet van goeden huize komen, wil je een discussie winnen van mij.
Rechtop in bed zat ik. Het graf van mijn vader was geruimd en wij, mijn zusjes en ik, hadden het laten doen. En dat terwijl mijn vader zo graag vredig wilde rusten in een graf in Den Bosch, de stad waar hij geboren en getogen was. Hij wilde uitdrukkelijk niet branden in het crematorium, het voorportaal van de hel. Zoals met zijn vader wel gebeurd was tegen de zin van mijn vader in.
De walm kwam me tegemoet. Ik besloot mijn haar maar even te wassen. Vroeger had ik nergens last van na een avond stappen. Ook mijn kleren vond ik niet stinken, terwijl ze dat toch zeker gedaan moeten hebben. Alleen ik rook het niet. Ik trok mijn kleren gewoon nog een keer aan en ook mijn haar waste ik niet. Ik rook de rooklucht eenvoudigweg niet. Doordat ik zelf rookte, moeten mijn haar, mijn huid, mijn kleren, mijn huis doordrenkt zijn geweest van de rook.
Achter de ramen zit ik tegenwoordig. En ik geniet ervan. Gelukkig heb ik grote ramen waardoor ik het goed kan zien. Vroeger ging ik altijd de straat op, maar daar pas ik nu voor. Een paar jaar terug keek ik buiten en het knalde zo hard dat mijn trommelvliezen letterlijk pijn deden door de bommen die afgestoken werden. Bommen ja, want vuurwerk kan ik dit niet meer noemen. Of je moet het ook vuurwerk noemen wat er momenteel in Oekraïne de lucht in gaat.