top of page
De verlaten straat
De verlaten straat

verhaal

11 maart 2024

Met bloed in het gezicht kijkt ze me aan tussen slierten haar door. Onmacht en intense woede overvallen mij. Mijn collega en ik zijn op een adres waar een gewonde, jonge vrouw net thuis is gekomen.

We zijn in een studentenhuis bij drie jonge vrouwen. Het is nacht. De vrouw met het bloed was tijdens haar wandeling naar huis aangevallen door een man. Met een hamer had hij haar op het hoofd geslagen. Ze raakte bewusteloos. Hij sleurde haar mee naar een donkere, stille steeg en verkrachtte haar.

Ze kwam bij en sleepte zich naar huis. Daar zit ze nu op de grond samen met haar huisgenootjes. In hun ogen zie ik angst. Ik wil de bebloede vrouw vastpakken en zeggen dat alles goedkomt. Ik moet echter afstand houden, want ik mag eventuele sporen niet verstoren.
              ‘Je bent veilig’, zeg ik. ‘Als hij terugkomt, is hij van mij.’

Ik schrik zelf van wat het met me doet. Haar leed moet nu stoppen. Ik voel de hand van mijn vrouwelijke collega op mijn schouder.
              ‘Mark, ga hem pakken. Ik blijf bij haar en ga met haar mee naar het ziekenhuis.’

Ik verlaat de woning en kijk door de verlaten straat. Eigenlijk had ik heel veel zoekende collega’s verwacht, maar ik zie alleen onze auto. Via de mobilofoon vraag ik me hardop af waar iedereen is. Ondertussen begin ik de weg te lopen waarvan ik vermoed dat de vrouw die ook heeft afgelegd.

Dan klinkt over de mobilofoon de stem van een andere collega. Enkele momenten later zie ik die collega aan komen rijden. Hij pakt mij vast en kijkt mij in de ogen. Hij moet aan mijn stem gehoord hebben dat ik niet mezelf ben.
              ‘We gaan hem samen zoeken’, zegt hij, ‘en aanhouden.’

Lees ook:

bottom of page