top of page
Kleine ukelele
Kleine ukelele

verhaal

19 november 2018

‘Mijn man speelt van alles. Gitaar, cello, viool. Hij weet alle snaarinstrumenten te beroeren.’
‘Ook piano?’, vraagt Fleur
‘Hij speelt prachtig piano.’
‘Ik ben er jaloers op als mensen zo mooi muziek kunnen maken.’
‘Anders ik wel. Ik wou dat ik kon zingen’, zegt Roos. Ze zucht en werpt een blik naar de hemel.
‘Je hebt toch in een koor gezongen?’
‘Ik heb vroeger ook dwarsfluit gespeeld.’ Ze opent een deurtje van het dressoir. Roos haalt een stapel papier en wat gezelschapsspellen eruit.
‘Ah, een kleine Berdien Stenberg. Alle meisjes hebben dwarsfluit gespeeld. Waarom doe je dat niet meer?’
‘Mijn talenten liggen elders.’

‘Ik dacht dat je het best aardig kon.’ Fleur trekt haar wenkbrauwen op als Roos het tweede deurtje opent.

‘Ik hou niet van zesjes. Ik wil een tien.’ Roos zet een humidor op de grond.
‘Daar had je vroeger op school anders geen last van’, zegt Fleur.
‘Ja, dahaag. Toen was ik aan het puberen.’ Roos heeft de hele vloer inmiddels bezaaid met de inhoud van het dressoir.
‘Wat ben je toch allemaal aan het zoeken?’, vraagt Fleur.
‘Oh, een instrument van mijn man. Het moet hier ergens liggen.’
‘Wat dan?’
‘Zijn kleine ukelele.’
‘Ik help je wel even.’
Roos’ ogen worden groot. ‘Laat maar, ik vind hem zelf wel.’

Lees ook:

bottom of page