Sylvia Visser

schrijver, neerlandicus

  • Home

  • Boek

  • Verhalen

  • Blog

  • Thema's

  • Over Sylvia

  • Contact

  • Meer

    De stem
    Delen
    De stem

    verhaal

    26 februari 2016

    ‘Uw vrouw heeft een donorcodicil. Zelf heeft ze niets meer aan haar organen, maar het leven van andere mensen zou ermee gered kunnen worden.’
    Dit kan niet waar zijn. Die klootzak, die volkomen incapabele arts wil mijn organen uit mijn lijf gaan snijden. Bij leven.
    ‘Wanneer?’, vraagt mijn man.
    ‘Morgen, met uw goedkeuring uiteraard. U moet er wel aan toe zijn om afscheid van haar te nemen.’
    ‘Wanneer wilt u mijn antwoord hebben?’
    ‘Het liefst vanmiddag. Dan kunnen we alles in gang gaan zetten.’

    Waar ben ik? Ik zie een plafond zoals je dat in openbare gebouwen vindt. Ik probeer mijn hoofd te verdraaien, maar het lukt niet. Ik wil mijn hand optillen om aan mijn hoofd te voelen, maar ook dat gaat niet. Help! Wat is dit? Ik wil schreeuwen, maar ik krijg geen geluid over mijn lippen. Rustig blijven. Hier is vast een goede verklaring voor.

     

    ‘Goedemiddag meneer Zeldenrust.’
    Mijn man is blijkbaar ook in de kamer. Voetstappen van de stem komen naderbij. Een gezicht verschijnt boven mij. Erudiete uitstraling, hautaine blik. Duidelijk een arts. Nu komt het dus goed. Na wat testjes merkt hij snel genoeg dat ik wakker ben. Met een fel lampje schijnt hij in mijn ogen. In een reflex wil ik ze toeknijpen, maar dat lukt ook al niet.

     

    Ik hoor dat de dokter een stoel pakt. Hij gaat kennelijk bij mijn man zitten.
    ‘Meneer Zeldenrust, ik moet u een moeilijke vraag stellen. U hoeft niet direct antwoord te geven. Neem uw tijd om erover na te denken.’
    ‘Is goed’, hoor ik mijn man zeggen.
    Lieverd, ik hou van je, wil ik zeggen. Hou me vast, want ik ben zo bang.
    De arts vervolgt: ‘Zoals u weet, is uw vrouw hersendood. We houden haar lichaam kunstmatig in leven, maar eigenlijk is ze er al niet meer.’
    Mijn man snikt. Dat doet hij nooit. Zelfs bij het overlijden van zijn moeder heeft hij niet gehuild. Ik wil hem troosten. Zeggen dat ik er nog gewoon ben. Dat het allemaal goed komt.

    Lees ook:

    Laatste Moederdag
    Laatste Moederdag
    ‘En wat denk je van mij dan? Ik moet jullie allebei missen.’
    Niets begrijp ik van wat mama nu zegt. Haar hersenen zijn toch niet aangetast? Ik trek mijn wenkbrauwen op en kijk mijn broer aan. Hij reageert er niet op, maar stapt stevig door achter de rolstoel.
    Moffenhoer
    Moffenhoer
    ‘Ich liebe dich’, zei hij.
    ‘Ich auch.’
    Eva zag hem voor het eerst toen hij om haar persoonsbewijs vroeg. Ze kreeg een kleur door zijn vinger die de hare raakte. Joseph zag het en knipoogde. Zij werd nog roder. Snel liep ze door. Wat bezielde haar om te flirten met een Duitser?
    Zijn prinsesje
    Zijn prinsesje
    ‘Noa, voorzichtig!’ Doodeng vindt Willem het hoe die kleine meid nu zelf fietst. Voor het eerst buiten de eigen buurt. Loslaten moet toch een keer en er is weinig verkeer vandaag. Koningsdag lijkt dus een goed moment. Trots kijkt Noa om op haar versierde fietsje. ‘Voor je kijken!’ Om het frame zitten rode, witte en blauwe slingers van crêpepapier. Oranje vlaggetjes aan het stuur en ballonnen aan de bagagedrager. De hele ochtend heeft ze er hard aan gewerkt. Met een beetje hulp natuurlijk.
    Paaseieren
    Paaseieren
    Of ik mee eieren ging zoeken. Een romantischer invulling van Pasen kon ik me niet voorstellen. Of hij de symboliek ook zag, weet ik niet. Maar ik wilde niets liever. De laatste keer dat ik eieren zocht, was ik nog maar een klein meisje. De buren hadden kippen en dus veel eieren.
    Verboden vruchten
    Verboden vruchten
    En haar man maar denken dat hij een keurige dame heeft getrouwd. Dyon blijft een tijd op een afstand staan. Met zijn ogen raakt hij alles aan. Haar zwarte laarzen met naaldhakken. Haar gespreide benen waardoor hij precies in het open kruis van haar slipje kijkt. Ze glimlacht, maar haar lippen trillen. Het ongemakkelijke gevoel windt haar op. Zij is zijn lustobject.
    Mijn Turkse kapper
    Mijn Turkse kapper
    ‘Lekker kort knippen nu het mooier weer gaat worden?’
    ‘Dan maakt mijn vrouw me af’, zeg ik. Ik lach. Moeders wil is wet.
    De kapper zet de wasbak bij me neer en trekt me aan mijn schouders achterover.
    ‘Belachelijk wat er dit weekend is gebeurd, hè!’
    Valentijn
    Valentijn
    Steeds onrustiger werden ze. De hele ochtend hadden ze al zitten wachten. Maar nu klonk een hoop rumoer uit andere lokalen op hun verdieping. Ze waren dus bijna aan de beurt. Wekenlang stond er in de kantine al een tafel met inschrijfformulieren. Zij had uiteraard geen roos gekocht. Ze had geen interesse in die jongetjes uit haar klas.
    Sorry
    Sorry
    Ik glimlach als ik een blik werp op de andere weghelft. Daar heeft Kensington wel een punt. Sorry, mensen. Ik steek verontschuldigend mijn hand op. Aan de andere kant staat het muurvast zoals iedere dag. Gelukkig rijd ik zowel ’s ochtends als aan het eind van de dag de goede richting op. Ik heb nooit file.
    Oost-Europees mokkel
    Oost-Europees mokkel
    Zalig de armen van geest
    Zalig de armen van geest
    Jaloers keek hij altijd naar de kinderen die meteen begonnen met schrijven. Hij kon dat niet. Bijna de hele opstel-les bestudeerde hij de posters in het lokaal. Of hij staarde door het raam naar buiten. Soms kruiste zijn blik die van de onderwijzer. Geschrokken sloeg hij dan zijn ogen neer. Hij moest aan het werk. Niet dromen.
    Laatste Moederdag
    Laatste Moederdag
    ‘En wat denk je van mij dan? Ik moet jullie allebei missen.’
    Niets begrijp ik van wat mama nu zegt. Haar hersenen zijn toch niet aangetast? Ik trek mijn wenkbrauwen op en kijk mijn broer aan. Hij reageert er niet op, maar stapt stevig door achter de rolstoel.
    Moffenhoer
    Moffenhoer
    ‘Ich liebe dich’, zei hij.
    ‘Ich auch.’
    Eva zag hem voor het eerst toen hij om haar persoonsbewijs vroeg. Ze kreeg een kleur door zijn vinger die de hare raakte. Joseph zag het en knipoogde. Zij werd nog roder. Snel liep ze door. Wat bezielde haar om te flirten met een Duitser?
    Zijn prinsesje
    Zijn prinsesje
    ‘Noa, voorzichtig!’ Doodeng vindt Willem het hoe die kleine meid nu zelf fietst. Voor het eerst buiten de eigen buurt. Loslaten moet toch een keer en er is weinig verkeer vandaag. Koningsdag lijkt dus een goed moment. Trots kijkt Noa om op haar versierde fietsje. ‘Voor je kijken!’ Om het frame zitten rode, witte en blauwe slingers van crêpepapier. Oranje vlaggetjes aan het stuur en ballonnen aan de bagagedrager. De hele ochtend heeft ze er hard aan gewerkt. Met een beetje hulp natuurlijk.
    Paaseieren
    Paaseieren
    Of ik mee eieren ging zoeken. Een romantischer invulling van Pasen kon ik me niet voorstellen. Of hij de symboliek ook zag, weet ik niet. Maar ik wilde niets liever. De laatste keer dat ik eieren zocht, was ik nog maar een klein meisje. De buren hadden kippen en dus veel eieren.
    Verboden vruchten
    Verboden vruchten
    En haar man maar denken dat hij een keurige dame heeft getrouwd. Dyon blijft een tijd op een afstand staan. Met zijn ogen raakt hij alles aan. Haar zwarte laarzen met naaldhakken. Haar gespreide benen waardoor hij precies in het open kruis van haar slipje kijkt. Ze glimlacht, maar haar lippen trillen. Het ongemakkelijke gevoel windt haar op. Zij is zijn lustobject.
    Mijn Turkse kapper
    Mijn Turkse kapper
    ‘Lekker kort knippen nu het mooier weer gaat worden?’
    ‘Dan maakt mijn vrouw me af’, zeg ik. Ik lach. Moeders wil is wet.
    De kapper zet de wasbak bij me neer en trekt me aan mijn schouders achterover.
    ‘Belachelijk wat er dit weekend is gebeurd, hè!’
    Valentijn
    Valentijn
    Steeds onrustiger werden ze. De hele ochtend hadden ze al zitten wachten. Maar nu klonk een hoop rumoer uit andere lokalen op hun verdieping. Ze waren dus bijna aan de beurt. Wekenlang stond er in de kantine al een tafel met inschrijfformulieren. Zij had uiteraard geen roos gekocht. Ze had geen interesse in die jongetjes uit haar klas.
    Sorry
    Sorry
    Ik glimlach als ik een blik werp op de andere weghelft. Daar heeft Kensington wel een punt. Sorry, mensen. Ik steek verontschuldigend mijn hand op. Aan de andere kant staat het muurvast zoals iedere dag. Gelukkig rijd ik zowel ’s ochtends als aan het eind van de dag de goede richting op. Ik heb nooit file.
    Oost-Europees mokkel
    Oost-Europees mokkel
    Zalig de armen van geest
    Zalig de armen van geest
    Jaloers keek hij altijd naar de kinderen die meteen begonnen met schrijven. Hij kon dat niet. Bijna de hele opstel-les bestudeerde hij de posters in het lokaal. Of hij staarde door het raam naar buiten. Soms kruiste zijn blik die van de onderwijzer. Geschrokken sloeg hij dan zijn ogen neer. Hij moest aan het werk. Niet dromen.
    • Grey Facebook Icon
    • Grey Twitter Icon
    • Grey LinkedIn Icon
    • Grey Tumblr Icon
    • Grey Pinterest Icon
    • Grey YouTube Icon
    • Grey Instagram Icon

    © 2013 - 2021 Sylvia Visser All rights reserved

    • Grey Facebook Icon
    • Grey Twitter Icon
    • Grey LinkedIn Icon
    • Grey Tumblr Icon
    • Grey Pinterest Icon
    • Grey YouTube Icon
    • Grey Instagram Icon