top of page
Willde bloemen.jpg
Wilde bloemen

verhaal

31 mei 2021

Als je de bejaarden wegdenkt, is de binnentuin van het zorghotel best een fijne plek om buiten te zitten. Ho ho, voordat ik weer boze berichten krijg: ik ben geen bejaardenhater. Ik haat wel mijn leven in het zorghotel. En iets meer aansluiting met leeftijdsgenoten zou fijn zijn. Dus ik besluit al dromend te ontsnappen. Tijdens mijn studie leerde ik over een hortus conclusus, een omsloten tuin. Het was een locus amoenus, een lieflijke plaats waar geliefden zich afzonderden. Oké, die zag er iets anders uit. Om te beginnen niet omgeven door bakstenen muren die je doen snakken naar adem, naar lucht, naar vrijheid. Het lukt me niet eens er in gedachten aan te ontsnappen. Ik moet hier weg.

 

 

Ik ga naar buiten en positioneer me op de parkeerplaats van het zorghotel. Is het hier heel veel beter dan in de benauwende binnentuin? De optrekkende auto’s maken herrie bij het stoplicht. De rust en ruimte die ik zoek, vind ik hier niet op dit plekje in de stad. Wel wordt mijn oog getrokken door de bermschoonheid langs de randen van de parkeerplaats. Soms valt het verkeer even stil en streelt het gekwetter van vogeltjes mijn oren. Dan droom ik weg bij de korenbloemen en klaprozen in de berm.

Klaprozen die ik van mijn moeder nooit mocht plukken omdat ze dan doodgaan. Ik heb er weleens een paar in een vaasje gezet, maar de dichtgeklapte fluwelen blaadjes gingen nooit meer open. Treurig waren de klaprozen als je ze hun vrijheid ontnam. Ik droom van het veldje in de straat waar ik vroeger woonde. Omsloten door bomen in plaats van bakstenen. En voor mij als kind zo groot als de hele wereld. Boterbloemen groeiden er en klaprozen en korenbloemen. Ik snak naar die wilde bloemen op mijn veilige plek.

Lees ook:

bottom of page