Sylvia Visser

schrijver, neerlandicus

  • Home

  • Boek

  • Verhalen

  • Blog

  • Thema's

  • Over Sylvia

  • Contact

  • Meer

    Boek, lopen, gie
    Delen
    Boek lopen gie

    verhaal

    22 mei 2017

    Sanne trekt haar wenkbrauwen op, maar haar vader begint te schrijven. Dit kan toch helemaal niet.
    Als hij klaar is, pakt haar zus de blocnote terug. ‘Maar, pap, hier staat helemaal niks.’
    Sanne spiekt over haar zus’ schouder. Boek lopen gie. Ze slikt. Het gaat hard. Slechts een maand geleden kon hij alles nog. Twee weken terug die handdoek en nu dit.
    Haar zus geeft het schrijfblok weer aan haar vader. ‘Probeer nog eens.’
    Hij zucht, maar begint opnieuw te schrijven. Dan wenkt hij haar zus bij hem te komen zitten. Hij tikt op de blocnote. ‘Die!’
    Haar zus kijkt zorgzaam, maar niet begrijpend. Haar vader wordt nog bozer en smijt het schrijfblok weg.
    Sanne is woedend op haar zus. ‘Je snapt toch wel dat papa dat niet kan. Als hij de woorden niet kan vinden in zijn hoofd, kan hij ze niet zeggen en ook niet opschrijven. Zo doe je hem alleen maar verdriet!’

    ‘Pak eens een handdoek voor me.’
    Sanne loopt naar de kast en geeft een handdoek aan haar vader.
    Hij kijkt haar verbaasd aan. ‘Nee, een handdoek.’
    ‘Ja, een handdoek.’ Ze wijst naar de rode keukenhanddoek.
    ‘Godverdomme, ik zeg toch: een handdoek!’ Zuchtend en kreunend komt haar vader overeind en loopt zelf naar de kast. Het doet pijn hem zo te zien. In korte tijd is hij een oude man geworden.
    ‘Hier! Een handdoek!’, zegt hij geïrriteerd als hij weer gaat zitten. Met schokkende bewegingen toont hij een schone zakdoek. Au! Dit doet echt pijn. Desondanks glimlacht Sanne. Ergens is het ook wel grappig. Moet ze hem uitleggen wat er zojuist gebeurde? Ze zegt niks. Laat hem maar. Misschien begrijpt hij het niet eens.

    Hij komt weer niet op de woorden. Dat is de laatste weken steeds zo. Haar zus geeft een schrijfblok en een balpen aan haar vader. ‘Schrijf anders op wat je bedoelt.’

    Fikkie stoken
    Fikkie stoken
    Zo maakt zijn moeder ze ook altijd. Heel dunne schijfjes. Nog geen millimeter. Voor hem is het veel werk, want hij heeft geen keukenmachine. Toch heeft hij het er graag voor over. Ach, en het is ook maar voor één persoon. Dus de arbeid valt te overzien. Boven de koekenpan houdt Bram een aardappel in zijn ene hand en met het mesje in de andere snijdt hij dunne plakjes eraf. De bodem van de pan is inmiddels niet meer te zien. Dus even omschudden. Als een volleerd chef gooit hij de
    Laatste Moederdag
    Laatste Moederdag
    ‘En wat denk je van mij dan? Ik moet jullie allebei missen.’
    Niets begrijp ik van wat mama nu zegt. Haar hersenen zijn toch niet aangetast? Ik trek mijn wenkbrauwen op en kijk mijn broer aan. Hij reageert er niet op, maar stapt stevig door achter de rolstoel.
    Moffenhoer
    Moffenhoer
    ‘Ich liebe dich’, zei hij.
    ‘Ich auch.’
    Eva zag hem voor het eerst toen hij om haar persoonsbewijs vroeg. Ze kreeg een kleur door zijn vinger die de hare raakte. Joseph zag het en knipoogde. Zij werd nog roder. Snel liep ze door. Wat bezielde haar om te flirten met een Duitser?
    Zijn prinsesje
    Zijn prinsesje
    ‘Noa, voorzichtig!’ Doodeng vindt Willem het hoe die kleine meid nu zelf fietst. Voor het eerst buiten de eigen buurt. Loslaten moet toch een keer en er is weinig verkeer vandaag. Koningsdag lijkt dus een goed moment. Trots kijkt Noa om op haar versierde fietsje. ‘Voor je kijken!’ Om het frame zitten rode, witte en blauwe slingers van crêpepapier. Oranje vlaggetjes aan het stuur en ballonnen aan de bagagedrager. De hele ochtend heeft ze er hard aan gewerkt. Met een beetje hulp natuurlijk.
    Paaseieren
    Paaseieren
    Of ik mee eieren ging zoeken. Een romantischer invulling van Pasen kon ik me niet voorstellen. Of hij de symboliek ook zag, weet ik niet. Maar ik wilde niets liever. De laatste keer dat ik eieren zocht, was ik nog maar een klein meisje. De buren hadden kippen en dus veel eieren.
    Verboden vruchten
    Verboden vruchten
    En haar man maar denken dat hij een keurige dame heeft getrouwd. Dyon blijft een tijd op een afstand staan. Met zijn ogen raakt hij alles aan. Haar zwarte laarzen met naaldhakken. Haar gespreide benen waardoor hij precies in het open kruis van haar slipje kijkt. Ze glimlacht, maar haar lippen trillen. Het ongemakkelijke gevoel windt haar op. Zij is zijn lustobject.
    Mijn Turkse kapper
    Mijn Turkse kapper
    ‘Lekker kort knippen nu het mooier weer gaat worden?’
    ‘Dan maakt mijn vrouw me af’, zeg ik. Ik lach. Moeders wil is wet.
    De kapper zet de wasbak bij me neer en trekt me aan mijn schouders achterover.
    ‘Belachelijk wat er dit weekend is gebeurd, hè!’
    Sorry
    Sorry
    Ik glimlach als ik een blik werp op de andere weghelft. Daar heeft Kensington wel een punt. Sorry, mensen. Ik steek verontschuldigend mijn hand op. Aan de andere kant staat het muurvast zoals iedere dag. Gelukkig rijd ik zowel ’s ochtends als aan het eind van de dag de goede richting op. Ik heb nooit file.
    Oost-Europees mokkel
    Oost-Europees mokkel
    Zalig de armen van geest
    Zalig de armen van geest
    Jaloers keek hij altijd naar de kinderen die meteen begonnen met schrijven. Hij kon dat niet. Bijna de hele opstel-les bestudeerde hij de posters in het lokaal. Of hij staarde door het raam naar buiten. Soms kruiste zijn blik die van de onderwijzer. Geschrokken sloeg hij dan zijn ogen neer. Hij moest aan het werk. Niet dromen.
    Fikkie stoken
    Fikkie stoken
    Zo maakt zijn moeder ze ook altijd. Heel dunne schijfjes. Nog geen millimeter. Voor hem is het veel werk, want hij heeft geen keukenmachine. Toch heeft hij het er graag voor over. Ach, en het is ook maar voor één persoon. Dus de arbeid valt te overzien. Boven de koekenpan houdt Bram een aardappel in zijn ene hand en met het mesje in de andere snijdt hij dunne plakjes eraf. De bodem van de pan is inmiddels niet meer te zien. Dus even omschudden. Als een volleerd chef gooit hij de
    Laatste Moederdag
    Laatste Moederdag
    ‘En wat denk je van mij dan? Ik moet jullie allebei missen.’
    Niets begrijp ik van wat mama nu zegt. Haar hersenen zijn toch niet aangetast? Ik trek mijn wenkbrauwen op en kijk mijn broer aan. Hij reageert er niet op, maar stapt stevig door achter de rolstoel.
    Moffenhoer
    Moffenhoer
    ‘Ich liebe dich’, zei hij.
    ‘Ich auch.’
    Eva zag hem voor het eerst toen hij om haar persoonsbewijs vroeg. Ze kreeg een kleur door zijn vinger die de hare raakte. Joseph zag het en knipoogde. Zij werd nog roder. Snel liep ze door. Wat bezielde haar om te flirten met een Duitser?
    Zijn prinsesje
    Zijn prinsesje
    ‘Noa, voorzichtig!’ Doodeng vindt Willem het hoe die kleine meid nu zelf fietst. Voor het eerst buiten de eigen buurt. Loslaten moet toch een keer en er is weinig verkeer vandaag. Koningsdag lijkt dus een goed moment. Trots kijkt Noa om op haar versierde fietsje. ‘Voor je kijken!’ Om het frame zitten rode, witte en blauwe slingers van crêpepapier. Oranje vlaggetjes aan het stuur en ballonnen aan de bagagedrager. De hele ochtend heeft ze er hard aan gewerkt. Met een beetje hulp natuurlijk.
    Paaseieren
    Paaseieren
    Of ik mee eieren ging zoeken. Een romantischer invulling van Pasen kon ik me niet voorstellen. Of hij de symboliek ook zag, weet ik niet. Maar ik wilde niets liever. De laatste keer dat ik eieren zocht, was ik nog maar een klein meisje. De buren hadden kippen en dus veel eieren.
    Verboden vruchten
    Verboden vruchten
    En haar man maar denken dat hij een keurige dame heeft getrouwd. Dyon blijft een tijd op een afstand staan. Met zijn ogen raakt hij alles aan. Haar zwarte laarzen met naaldhakken. Haar gespreide benen waardoor hij precies in het open kruis van haar slipje kijkt. Ze glimlacht, maar haar lippen trillen. Het ongemakkelijke gevoel windt haar op. Zij is zijn lustobject.
    Mijn Turkse kapper
    Mijn Turkse kapper
    ‘Lekker kort knippen nu het mooier weer gaat worden?’
    ‘Dan maakt mijn vrouw me af’, zeg ik. Ik lach. Moeders wil is wet.
    De kapper zet de wasbak bij me neer en trekt me aan mijn schouders achterover.
    ‘Belachelijk wat er dit weekend is gebeurd, hè!’
    Sorry
    Sorry
    Ik glimlach als ik een blik werp op de andere weghelft. Daar heeft Kensington wel een punt. Sorry, mensen. Ik steek verontschuldigend mijn hand op. Aan de andere kant staat het muurvast zoals iedere dag. Gelukkig rijd ik zowel ’s ochtends als aan het eind van de dag de goede richting op. Ik heb nooit file.
    Oost-Europees mokkel
    Oost-Europees mokkel
    Zalig de armen van geest
    Zalig de armen van geest
    Jaloers keek hij altijd naar de kinderen die meteen begonnen met schrijven. Hij kon dat niet. Bijna de hele opstel-les bestudeerde hij de posters in het lokaal. Of hij staarde door het raam naar buiten. Soms kruiste zijn blik die van de onderwijzer. Geschrokken sloeg hij dan zijn ogen neer. Hij moest aan het werk. Niet dromen.

    Lees ook:

    • Grey Facebook Icon
    • Grey Twitter Icon
    • Grey LinkedIn Icon
    • Grey Tumblr Icon
    • Grey Pinterest Icon
    • Grey YouTube Icon
    • Grey Instagram Icon

    © 2013 - 2021 Sylvia Visser All rights reserved

    • Grey Facebook Icon
    • Grey Twitter Icon
    • Grey LinkedIn Icon
    • Grey Tumblr Icon
    • Grey Pinterest Icon
    • Grey YouTube Icon
    • Grey Instagram Icon